Bijzondere manoeuvres

Bijzondere manoeuvres

Het nieuwe examen kent 3 bijzondere manoeuvres: omkeeropdracht, parkeeropdracht
en een stopopdracht.

Omkeeropdracht

Tijdens het examen krijgt de kandidaat te horen dat hij om moet keren en de weg in
tegenovergestelde richting verder te volgen. De kandidaat kiest zelf waar en hoe hij de
auto omdraait. Dit kan door een halve draai te maken, te steken of een bocht achteruit te
maken. Het doel hiervan is dat de kandidaat veel meer zelfstandig moet doen en meer eigen
keuzes moet maken. Zelfstandigheid wordt dus van je verwacht op het examen. Je moet het
allemaal helemaal zelf ‘foutloos’ kunnen.

Parkeeropdracht

De kandidaat krijgt van de examinator de opdracht de auto te parkeren zo dicht mogelijk bij
een aangegeven locatie. De manier waarop het parkeren uitgevoerd wordt is te bepalen door
de kandidaat. Denk bijvoorbeeld aan voor- of achteruit inparkeren of fileparkeren. Zorg wel
dat je deze manoeuvres leert tijdens je praktijklessen.

Stopopdracht

De kandidaat krijgt de opdracht de auto te stoppen achter een ander voertuig om vervolgens
weer deel te nemen aan het verkeer. Dit kan zowel links als rechts van de rijbaan uitgevoerd
worden. Het doel is dat de kandidaat de neuslengte van de auto leert inschatten.

Van deze manoeuvres kan de examinator er 2 kiezen, daarnaast is het mogelijk dat de
examinater je de opdracht geeft een hellingproef uit te voeren. Bij het uitvoeren van de
bijzondere manoeuvres is het van groot belang dat de kandidaat de goeie keuzes maakt
voordat hij de manoeuvre uit gaat voeren. Denk hierbij aan de plaats of de manier waarop
de kandidaat de bijzondere manoeuvre uitvoert.